top of page
  • beauvoerman

Geur als cultureel fenomeen

Bijgewerkt op: 21 aug. 2023

Geur is niet alleen verbonden met esthetiek. Het weerspiegelt ook de maatschappij en de relatie die wij hebben met ons lichaam. (1)

Hieronder benoem ik een aantal culturen waar geur een prominent onderdeel was of nog steeds is van het alledaagse leven.


Egypte

De Egyptenaren beoefenden als één van de eerste volken aromatherapie. Het was een belangrijk onderdeel van het behouden van een gezond en evenwichtige verbinding tussen lichaam en geest, maar was ook een belangrijk onderdeel van het hiernamaals. Men maakte aromatherapeutische geuren

zoals metopian (een maagverzachtende mengsel die mirre en kardemom bevat) en theriaque (een middel tegen angst dat bestond uit balans-olie, hars, wijn, slangenhuid en kaneel). Tijdens het mummificatieproces werd het lichaam geurig gebalsemd en farao’s werden begraven met potten etherisch oliën.

De potten dienden als geschenk aan de goden die in het hiernamaals wachtten. (2) In 2019 maakten een groep wetenschappers het parfum van Cleopatra na. Het parfum, dat inmiddels al 2000 jaar oud is, werd gemaakt van mirre, kardemom, olijfolie en kaneel. (3)




Rome

In de Romeinse en Griekse oudheid mengden parfumeurs een mengsel van lokale ingrediënten. De Romeinen maakten parfum van narcissen, saffraan, eikenmos, kaneel, gember en nardus. Zij brachten dit in poeder-, olie- of zalfvorm aan op het lichaam. Het was voor hen een stukje gelukzaligheid, maar ook afleiding van stank, dat een normaal onderdeel was van het gewone leven. Men waste wel hun kleren, maar dit had door een hoog ammoniakgehalte (dat uit urine kwam) een vieze geur. (3)

Echter was het ook een statussymbool en maakte het onderscheid tussen armen en rijken. Alleen welgestelden mochten gebruik maken van badhuizen en openbare sauna’s. Daar kon men het lichaam reinigen en parfumeren. Romeinen stonden bekend om hun extravagante gebruik van geuren. Zij parfumeerden hun hele omgeving, van hun eigen lichaam en kussens tot hun huisdieren. In hogere rangen werden muren en vloeren geparfumeerd met geurige zalven en water. (4) Het gebruik van geur nam in de 5e eeuw in het Romeinse Rijk af. (5)

Griekenland

In Griekenland maakten men geurige oliën van lelie, tijm, munt, salie en roos. In beide culturen (Romeins en Grieks) hadden specifieke geuren een toegewezen plek op het lichaam. Zo gebruikte men munt op de armen en amandelolie op de voeten. Gladiatoren smeerden zich in met geur voordat ze de arena betraden. (6) De Griekse filosoof Theophrastus, oud-leerling van Aristoteles en drager van de bijnaam ‘De vader van het parfum’ schreef in zijn essay Concerning Odors dat geuren toebehoren aan een geslacht. Zo was hij van mening dat mannen lichtere rozen- en leliegeuren behoren te dragen en vrouwen mirre, zoete marjolein en nardusoliën. (7)

In beide beschavingen had men een voorkeur voor Arabische kruiden. De handel in deze kruiden resulteerde in een sterke internationale economie dat tot op de dag van vandaag nog steeds ijzersterk is.


Aristocratie tijdens de renaissance

Met het einde van de middeleeuwen en het begin van renaissance begonnen geuren naast hun functie ook meer een esthetische waarde te krijgen. (8) De aristocratie vertoonde tijdens de renaissance haar rijkdom en macht door middel van het toenemende aantal tuinen. Dit weerspiegelde het ideaal van die tijd; dat orde in de natuurlijke wereld een teken van intelligentie was. Met name de Damascus roos kreeg speciale aandacht en werd in Europa gedomesticeerd, hoewel het van origine uit Syrië komt. (9)

Welvarenden droegen geurende kleding, accessoires, geparfumeerde handschoenen, kousen en overhemden. Ook droeg men pomanders, dit zijn doorboorde zilveren bollen waar men muskus en ambergrijs in deed. Ambergrijs is tegenwoordig nog steeds erg kostbaar. Men noemt het ook wel walvissenkots. Het wordt bij een mannetjes potvis in de darmen aangetroffen. In 2017 werd een klomp ambergrijs gevonden door Spanjaarden aan de kust van Mallorca. In Nederland werd in 2012 op Texel een bijzondere en zeldzame vondst gedaan. (10)


Brazilië

In Brazilië kent men vandaag de dag nog een ritueel en traditie dat men Bahno de Cheiro noemt. Het betekent in Portugees 'geurbad'. Aromatische planten, verse en gedroogde kruiden, bloemen en specerijen worden in warm of koud water geweekt, dat vervolgens over het hele lichaam wordt 'gespat' na een douche of bad. Het wordt gezien als zowel persoonlijke hygiëne als een heilig ritueel. Het verfrist en parfumeert maar verbindt ook de ziel met de Amazone. Waar vroeger deze traditie populair was onder de gehele bevolking, kent het tegenwoordig alleen populariteit onder armere bevolkingsgroepen. Door het warme klimaat, wast de bevolking zich 3 tot 5 maal per dag. Schoon zijn is een statussymbool onder de arme mensen. ‘Nós somos pobres mas somos limpinhos’ - ‘we zijn arm maar we zijn schoon’. (11)


Japan

De oude kunststroming genaamd kōdō draait om het ritueel gebruik van wierook. Hierbij wordt, met gebruik van speciaal gereedschap, een klein stukje geurig hout verhit, meestal van agarhout of sandelhout, naast kruiden en specerijen, steranijs, kruidnagel en gemberlelie. Het geurige mengsel wordt vervolgens van persoon tot persoon doorgegeven. Iedereen staat stil bij wat ze ruiken en raad welk materiaal wordt verbrand. Dit wordt ook wel ‘monkō’ genoemd: het luisteren naar wierook. (12)


Sociale constructie

Het parfumeren van het lichaam kan ook een sociale aangelegenheid zijn. Zo wordt parfum in verscheidene culturen gebruikt tijdens of na de maaltijd. Bij het ontvangen van gasten wordt de maaltijd vaak afgesloten met parfums die rondgaan op een dienblad. Men zit in een kring en zalft zichzelf in met een mix van geuren, dit kan gevolgd worden door brandende wierook dat rond gaat. Aan het einde van de avond vertrekken de gasten in een walm van geur dat hun helpt om de ervaring in herinnering te brengen (13)


Geur en de instandhouding van hiërarchieën

Geur helpt in wezen om sociale hiërarchieën in stand te houden. Want wie welvarend is, kan zich de luxe permitteren om aangenaam te ruiken. De geschiedenis is er duidelijk over: hoe welvarender een bevolking, des te meer zij zich omringen met aangename geuren. Het is te omschrijven als het ontgeuren en dus maskeren van het lichaam en de omgeving van zijn natuurlijke geur. Alain Corbin, auteur van ‘The Foul & The Fragrant: Odor & the French Social Imagination beaamt dit. In de 18e en 19e eeuw werd geur in verband gebracht met de handhaving van de sociale hiërarchie. Ook stelt hij dat er een verband bestaat tussen de evolutie van de mensheid en het ontgeuren van lichamen in de moderne samenleving. (14)


Bepaalde geuren zijn synoniem geworden voor de landen waaraan zij verbonden zijn. Jonathan Reinarz, auteur van Past Scents: Historical Perspectives on Smell zei hierover het volgende: “I couldn’t get away from these interesting anthropology studies which suggest, depending on a particular culture, if something brings that culture wealth, it stinks of it. (…) Smell is a cultural phenomenon. Members of past societies relied on smell to understand and engage with both their immediate environment and a wider world of meanings.” (15)


Bronnen:

(1) Gestalten, 2019. The Essence, Discovering the World of Scent, Perfume & Fragrance, pg. 86

(2) Id, pg. 88

(3) Gestalten, 2019. The Essence, Discovering the World of Scent, Perfume & Fragrance, pg. 88

(4) Id, pg. 88

(5) Id, 92

(6) Id, pg. 88

(7) Id, pg. 88

(8) Id, pg. 92

(9) Id, pg. 93

(11) NEZ, the olfactory magazine, society, science, art, culture, perfume, edition 6. pg. 9

(12) Gestalten, 2019. The Essence, Discovering the World of Scent, Perfume & Fragrance, pg. 148, 149

(13) Id, pg. 148

(14) Id, pg. 92

(15) Id, pg. 88, 89




bottom of page